dinsdag 15 december 2015

De wilde jongen uit de Aveyron

meer info


Titel: De wilde jongen uit de Aveyron
Auteur: Jean Marc Gaspard Itard 
Vertaling en toelichting: Jevgenia Lodewijks
Uitgeverij: Trophonios Publishing
Verschenen: oktober 2015
ISBN 9789491728136
Aantal pagina's: 200
Prijs: € 18,95 (hardcover € 24,95)
Bestellink

"Bevrijd het potentieel van het kind, en je vormt het om de wereld in te gaan." - Maria Montessori

Kan een kind dat tien jaar lang afgezonderd in de natuur heeft geleefd zich nog ontwikkelen zoals andere kinderen? Of heeft hij zijn kansen voorgoed gemist? In hoeverre hangt het af van 'nature' of 'nurture'? Een vraag die ons tot op de dag van vandaag nog kan bezighouden in de ggz. De wilde jongen uit de Aveyron is een pioniersverhaal.

Tijdens een college ontwikkelingspsychologie hoorde ik het voor het eerst: het bijzondere verhaal van de jongen die rond 1800 in de Zuid-Franse bossen werd gevonden. Jarenlang zwierf hij alleen rond en hield hij zichzelf in leven met kastanjes, eikels en rauwe aardappels. Wanneer hij bij de jonge arts Jean Marc Gaspard Itard wordt gebracht, kan hij niet spreken en gedraagt hij zich als een wild dier.

Itards uitgebreide beschrijvingen van zijn pogingen de jongen op te voeden en te onderwijzen zijn afwisselend vooruitstrevend en achterhaald. Het denken vanuit de belevingswereld van de jongen, die hij Victor noemt en niet zonder meer afschrijft als 'idioot', doet modern en anti-stigmatiserend aan. Maar de experimenten waarbij er nauwelijks rekening wordt gehouden met de gevoelens van de jongen en eventuele schade die daaruit zou kunnen voortkomen, zijn nu ethisch ondenkbaar.

"Hij vatte dit op als grapje en maakte zich des te vrolijker. Om die vergissing uit de wereld te helpen, bestrafte ik hem iets hardhandiger. De boodschap kwam aan, en met een mengeling van spijt en genoegen maakte ik uit de geschrokken gezichtsuitdrukking van de jongen op dat het gevoel van verdriet veel harder aankwam dan de pijn van de tik."

De toelichting van Jevgenia Lodewijks geeft een goed beeld van de tijd waarin het verhaal zich afspeelde. Ze laat zien dat de wens van Itard om tot alternatieve leermethoden te komen voor een 'onhandelbaar' kind als Victor, revolutionair was. Zijn verslagen zijn een inspiratiebron geweest voor onder meer de leermethoden die Maria Montessori een eeuw later zou ontwikkelen.

Toch mis ik nog iets in het boek. In de toelichting, met een ietwat storende hoeveelheid noten, had ik graag meer gelezen over de link met de huidige opvattingen in de ontwikkelingspsychologie. Ook blijf ik tijdens het lezen steeds maar bedenken hoe mooi het zou zijn om dit verhaal in romanvorm te lezen, met meer aandacht voor de beleving van Itard en zijn persoonlijke worstelingen tijdens het werken met Victor. Waarschijnlijk moet ik dan bij een van de vele andere publicaties zijn, die achterin het boek genoemd worden, zoals Wild boy van Jill Dawson. Misschien ga ik dit ook nog wel lezen. Dit verhaal laat je nu eenmaal niet gemakkelijk meer los.

Meer info over dit boek

vrijdag 23 oktober 2015

Te vroeg volwassen - over parentificatie

meer info

Titel: Te vroeg volwassen. Over parentificatie.
Auteur: Marinka Kamphuis
Uitgeverij: Boom, Amsterdam
Verschenen: oktober 2015
ISBN 9789089532459
Aantal pagina's: 272
Prijs: € 24,95

"Sommige klasgenoten vinden haar te serieus en te saai; ze speelt de laatste tijd nooit meer buiten."

Als de rollen tussen ouder en kind omdraaien, heet dat parentificatie. Het nog onvolwassen kind zorgt praktisch of emotioneel gezien voor de ouder of voor de rest van het gezin. Dat klinkt als een kwalijk verschijnsel en dat is het vaak ook. Kinderen die de ouderrol op zich moeten nemen, kunnen inderdaad last krijgen van een lange lijst psychische problemen. Maar in Te vroeg volwassen laat psychotherapeut Marinka Kamphuis zien dat het veel genuanceerder ligt dan dat. Er zijn vele vormen en gradaties van parentificatie en nog meer factoren die van invloed zijn op het effect ervan. Zorgen voor een ouder kan, onder bepaalde voorwaarden, zelfs een positief effect hebben op de ontwikkeling.

"Iets doen maakt het over het algemeen makkelijker om met machteloosheid om te gaan."

Dit boek is bedoeld voor mensen die zich in deze problematiek herkennen, maar is daarnaast ook relevant voor psychologen, psychotherapeuten, orthopedagogen en andere hulpverleners, lees ik op de achterflap. Ik zie dat eerder andersom. De beschrijvingen van de verschillende risicogroepen, behandelvormen en theorieën lezen vooral als - zeer waardevolle en blikverruimende - informatie voor hulpverleners. Later in het boek volgen enkele belangrijke tips voor het herkennen en reageren op parentificatie in de omgeving, die naar mijn idee nog wat meer uitgewerkt hadden mogen worden.

"Geef het kind de mogelijkheid om te praten over zorgen of problemen, maar houd rekening met diens loyaliteiten. Te kritisch zijn kan voor het kind onveilig of op zijn minst onprettig zijn, omdat het de ouders niet zwart wil maken of verklikken."

In het voorwoord laat de auteur weten dat de praktijkvoorbeelden zijn ontsproten aan haar fantasie, hoewel gebaseerd op veelvoorkomende situaties. Dat blijft mij tijdens het lezen toch een wat gereserveerd gevoel geven. Toch kan ik me gemakkelijk voorstellen dat deze situaties levensecht zijn en vaker voorkomen dan we denken. Er zal heel wat meer leed verborgen zijn achter de gezinsproblemen die naar buiten komen. Dit boek kan er zeker aan bijdragen dat lezers de destructieve vorm van parentificatie herkennen, begrijpen en het kind kunnen steunen.

"Succesvolle overlevers hadden in hun jeugd vaak iemand die zich hun lot aantrok, bijvoorbeeld een coach, mentor of buurvrouw die zag en begreep dat het thuis allemaal niet makkelijk was."

woensdag 26 augustus 2015

De kracht van stille mensen - Sophia Dembling

meer info

Titel: De kracht van stille mensen
Auteur: Sophia Dembling
ISBN: 9789400506220
Uitgeverij: A.W. Bruna
Verschenen: juli 2015
Pagina's: 192
Prijs: € 17,95
Ook als e-book verkrijgbaar

Introvert zijn in een drukke wereld. Dat is niet altijd makkelijk. Introversie wordt vaak verward met verlegenheid of ongeïnteresseerd zijn in anderen. In De kracht van stille mensen moedigt Sophia Dembling andere introverten aan om hun eigenschap niet als ‘fout’ te zien maar te omarmen.


Introversie is volgens Van Dale ‘in zichzelf gekeerd, weinig spraakzaam’. Maar dat is alleen het gedrag dat voortkomt uit deze eigenschap. In de psychologie wordt deze eigenschap in verband gebracht met een gevoeliger verwerkingssysteem, waardoor eerder een punt van optimale activering wordt bereikt. Dat introverte mensen hierdoor sneller overprikkeld raken, kan vervolgens een oorzaak zijn van het zichzelf terugtrekken en een voorkeur voor rustige activiteiten.

In de hectische westerse maatschappij waarin wij leven (laat staan het luidruchtige Amerika waarin de auteur opgroeide) wordt introversie veelal als negatief bestempeld. Het wordt verward met verlegenheid, asociaal of ongeïnteresseerd zijn. De (extraverte) omgeving legt vaak een grote druk op introverte mensen om maar vooral ‘gezellig’ te zijn en mee te doen met drukke bezigheden waar zij niet van houden.

Ik vind het jammer dat de auteur hierbij enigszins vervalt in stereotypen die rondom introversie hangen. Veel situaties die worden beschreven, gaan over de gehate feestjes en andere sociale gelegenheden, terwijl introversie waarschijnlijk net zo goed te merken is in zaken als interesses, risico’s nemen, waarneming en lichamelijke prikkels. Of hebben we het dan over hoogsensitiviteit? Het onderscheid hiertussen, of de overlap, wordt niet echt helder in dit boek. Maar mogelijk ontbreekt hiervoor ook het wetenschappelijke bewijs. En bestaat ‘de introvert’ wel waar zij haar adviezen op richt? Zit iedereen niet ergens op de lijn van introvert naar extravert, de een wat meer naar binnen en de ander wat meer naar buiten gericht? Het nadrukkelijke gebruik van de aanspreekvorm ‘we’, alsof het om een groep lotgenoten met vastgestelde diagnose gaat, stoorde mij soms.

Auteur Sophia Dembling, die zichzelf 'introvert én gelukkig' noemt, laat zien dat introverte mensen geen mislukte extraverten zijn of iets missen. Het is een eigenschap die ook veel voordelen heeft. Zo maakt het gevoelige verwerkingssysteem introverten tot diepe denkers met een rijk innerlijk leven. Introverte mensen luisteren vaak beter naar anderen en je kunt een goed en diepgaand 1-op-1-gesprek met ze voeren.

De kracht van stille mensen is duidelijk geschreven voor introverte mensen die wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken, die zich goed willen voelen zoals ze zijn. De auteur schetst veel herkenbare situaties en geeft praktische tips om te leren omgaan met de soms onhaalbare verwachtingen van de omgeving. Door de nodige humor en directe schrijfstijl leest het makkelijk weg. Een boek dat je een prettig gevoel geeft over jezelf, zelfs als je maar een beetje introvert bent.

Meer info over dit boek

dinsdag 21 juli 2015

Lees- en wandeltip: 'Te gek om los te lopen'

meer info
Titel: Te gek om los te lopen. 11 waanzinnige wandelingen in de buurt van psychiatrische klinieken.
Auteurs: Ruurd van der Loo en Rutger Burgers
ISBN: 9789078641421
Uitgeverij: Gegarandeerd Onregelmatig
Verschenen: juni 2015
Pagina's: 120
Prijs: € 14,95
Bestellink

Een bijzondere wandelgids met 11 routes langs oude psychiatrische klinieken. Schitterend gelegen stukjes cultuurhistorie, gecombineerd met avontuurlijke wandelroutes. Ik loop de route rondom Vrederust in Bergen op Zoom en dat is niet mijn laatste.


In vroeger tijden werd de psychiatrie verstopt in afgelegen gebieden van Nederland om de gekte te verbergen en de maatschappij te beschermen. Maar ook omdat van een behandeling in een natuurlijke omgeving een heilzame werking werd verwacht. De tijden zijn veranderd, de psychiatrie wordt niet meer 'verstopt' maar is naar de bewoonde wereld gehaald, met als doel om te integreren in de maatschappij. Maar de oude inrichtingen liggen nog steeds op die afgelegen plekken. Het zijn brokjes cultuurhistorie midden in de natuur, die het waard zijn om te bezoeken.

De wandelgids 'Te gek om los te lopen' beschrijft elf wandelingen op en om het terrein van een psychiatrische kliniek, waarvan de meeste instellingen nog in gebruik zijn. In kaders wordt achtergrondinformatie gegeven over de geschiedenis, het landschap of een persoonlijk verhaal.


bron: gegarandeerdonregelmatig.nl

Ik loop de wandeling rondom Vrederust in Bergen op Zoom. Een bijzondere ervaring, te meer omdat deze instelling nog volop in gebruik is. De sfeer doet me denken aan mijn stageperiode bij Psychiatrisch Centrum Bloemendaal in Monster. Op dit soort terreinen zijn complete mini-maatschappijen ontstaan, met tuinen, werkplaatsen, een verpleegstersflat, kerkje en begraafplaats. Jammer maar begrijpelijk dat er op de terreinen niet gefotografeerd mag worden vanwege de privacy van de cliënten. Gelukkig staan in het boekje prachtige oude en nieuwe foto's.

bron: gegarandeerdonregelmatig.nl

Ik merk meteen de enorme rust op die uitgaat van de omgeving. Niet alleen van het terrein zelf, dat veel wegheeft van een landgoed, maar ook van de mooie natuur eromheen. Niet voor niets werd er gekozen voor deze 'prikkelvrije omgeving' voor het herstel van patiënten. In het boekje lees ik het verhaal van een Dordtse kunstenaar, die hier een groot deel van zijn leven doorbracht vanwege 'agressief en psychotisch gedrag'. Af en toe mocht hij zelfstandig naar Bergen op Zoom wandelen om nieuw schilderwaar te kopen. Waarschijnlijk liep hij over hetzelfde pad als ik. Het moet hem wel goed gedaan hebben.


De wandeling zelf vind ik minstens zo mooi als de historische achtergrond. De uitgeverij heet blijkbaar niet voor niets 'gegarandeerd onregelmatig' want de route is grotendeels onverhard, gaat langs spannende smalle paadjes en is enorm gevarieerd. Niet aangegeven, maar wel heel leuk, is de ontmoeting met deze medewandelaar:

"Aan waterkant linksaf, smal voetspoor langs water"

Ik vind het bijna jammer dat ik weer terug ben op het GGZ-terrein. Eerlijk is eerlijk, als ik een patiënt en een bezoekende familie begroet voel ik me toch een klein beetje ongemakkelijk met mijn wandelschoenen, rugzak en wandelgidsje in de hand. Ik neem mij voor om de volgende keer de route te lopen langs de inmiddels niet meer in gebruik zijnde kliniek Meerenberg in Santpoort.

Tip: Nieuwsgierig geworden naar de geschiedenis van de psychiatrie? Bezoek museum Het Dolhuys in Haarlem, tevens startpunt van een van de wandelingen uit dit boek.




dinsdag 7 juli 2015

Gedragsproblemen in de klas in het voortgezet onderwijs - Anton Horeweg



Titel: Gedragsproblemen in de klas in het voortgezet onderwijs
Auteur: Anton Horeweg
ISBN: 9789401425780
Uitgeverij Lannoo Campus
Verschenen: juni 2015
Pagina's: 352
Prijs: € 29,99
Bestellink

"Elke leerling is uniek, ook al heeft zijn probleem een algemene naam" - Anton Horeweg

Ik las dit boek in de periode rond de diploma-uitreiking van mijn zoon. Ups en downs van diverse leerlingen passeerden de revue. Wat mij ontroerde was het grote vertrouwen dat de meeste docenten zijn blijven houden in een leerling bij wie het allemaal niet vanzelf ging. Zij leken al die tijd te weten dat ‘lastig gedrag’ meestal geen onwil maar onmacht is. Sommigen voelden blijkbaar feilloos aan welke benadering bij welke leerling helpt om van die schooljaren een positieve en productieve tijd te maken.

Pubers en passend onderwijs
Voor de rest is er het boek van Anton Horeweg, een waardevolle bron van inzichten en tips voor docenten in het voortgezet onderwijs. Literatuur over onderwijs aan leerlingen met gedragsproblemen of ontwikkelingsstoornissen is meestal sterk gericht op de basisschoolleeftijd. Docenten in het voortgezet onderwijs hebben andere informatie nodig: zij zien veel meer leerlingen in veel kortere tijd en hebben bovendien te maken met pubergedrag, dat soms moeilijk te onderscheiden is van probleemgedrag met een andere oorzaak. In een tijd waarin docenten vanwege het passend onderwijs moeten professionaliseren is dit boek eigenlijk verplichte kost.

Minder bekende problemen
Vele gedragsproblemen en ontwikkelingsstoornissen worden een voor een beschreven waarbij je als docent een goed inzicht krijgt plus de belangrijkste handreikingen om ermee om te gaan in de klas. Net als in de versie voor het basisonderwijs beperkt de auteur zich niet tot de meest bekende problemen maar komen ook onderwerpen aan bod als non-verbal learning disorder, traumagerelateerd probleemgedrag en problematische gehechtheid. En net als in de basisschoolversie is de informatie niet overal genuanceerd genoeg maar wel zeer bruikbaar voor de onderwijspraktijk (zie mijn eerdere recensie).

Gatenkaaskennis
Een andere meerwaarde van dit boek is de fijne schrijfstijl in gewone taal. Een zin als “te lange plannen passen niet allemaal in je hoofd” of een term als “gatenkaaskennis bij ADD” spreken voor zich. Handig is ook de bijbehorende website met diverse invulformulieren die zijn te downloaden. 

Geen receptenboek
Het boek is niet alleen heel praktisch, maar geeft ook blijk van een moderne visie op omgaan met ontwikkelingsproblemen of –stoornissen: elke leerling is uniek ook al heeft zijn probleem een algemene naam. Anton Horeweg roept docenten op om vooral te kijken naar de leerling áchter zijn gedrag en uit te gaan van van wat de leerling wél kan. Ook is er lang niet altijd iets mis met de leerling: vaak zit het probleem in het hele systeem – het geheel van deze leerling met deze docent in deze situatie. Het boek is dus ook geen receptenboek: ook al worden de problemen een voor een beschreven met bijbehorende tips, de bedoeling van de auteur om vooral een brede visie bij te brengen blijft steeds voelbaar. 

Al lezende krijg je steeds meer het gevoel dat je ieder kind zo’n ervaren en begripvolle docent als Horeweg gunt. Maar misschien moet iedere docent gewoon dit handboek aanschaffen om in september met 30 jaar extra ervaring voor de klas te staan.

woensdag 3 juni 2015

Vakantieleestips (om zelf aan te vullen!)

Ook in vakantietijd kan ik het niet laten: lezen over psychologie, psychiatrie en ggz. Hieronder vind je mijn favoriet én die van o.a. Jacobine Geel, Bram Bakker en Steven Pont. Wat is jouw vakantieleestip? Laat het me weten en ik zet hem erbij!

Mijn eigen favoriet:

meer info

Het ultieme reisverhaal voor iedereen die zich bezighoudt met de ggz (en het niet helemaal los kan laten). Een jonge psychiater maakt een wereldreis. Hierbij 'diagnosticeert' hij de landen die hij tegenkomt en analyseert hij zijn eigen gevoelens die de reis bij hem losmaakt. 

Vakantieleestip van de auteur van Te Gek!: psychiater Remco Dijkstra:


meer info

Vakantieleestip van Jacobine Geel, voorzitter GGZ Nederland:


meer info

Maarten Wetterauw, directeur alg. z. Molendrift - jeugd GGZ, laat de GGZ tijdens de vakantie even los:


meer info

En ook Jaap van der Stel, lector GGz Hogeschool Leiden, houdt de ggz even voor gezien:


meer info

Myrthe van der Meer, auteur van PAAZ en UP, kiest voor digitaal leesvoer:


meer info

De vakantieleestip van psychiater Menno Oosterhoff: Siddartha van Hermann Hesse: 


meer info

De vakantieleestip van tekstschrijver Kasja Weenink:


meer info

De vakantieleestip van psychiater Bram Bakker:


meer info

De vakantieleestip van kinderpsycholoog Tischa Neve staat garant voor een relaxte gezinsvakantie:


meer info

Steven Pont, ontwikkelingspsycholoog, sluit mooi aan met:


meer info



Wie volgt?

Heb je zelf een vakantieleestip? Reageer hieronder of mail naar ggzgelezen@gmail.com en ik zet hem erbij! (promotie van eigen boeken uitgezonderd)

dinsdag 26 mei 2015

PANDAS: plotselinge tics na een infectie

Over het ontstaan van tics is nog veel onduidelijk. Momenteel lopen er meerdere internationale onderzoeken naar de vraag waarom het ene kind wel tics ontwikkelt en het andere niet. Genetische aanleg lijkt een belangrijke rol te spelen. In het TICGenetics-onderzoek zijn onlangs spontane veranderingen in de genen ontdekt bij kinderen bij wie verder geen tics in de familie zitten. Daarnaast zijn ook omgevingsfactoren verdacht, zoals infecties in de kindertijd. Sommige kinderen krijgen na een keelontsteking van de ene op de andere dag tics en andere klachten. Dit merkte Tessa bij haar dochter Merel, nu elf jaar.


Foto: Henry Burrows/flickr.com
Merel is een leuk, speels en soms wat dromerig meisje. Tics heeft haar moeder Tessa nog nooit bij haar gezien. Totdat Merel zeven jaar is en vaak last krijgt van keelontstekingen. Van de laatste keelontsteking knapt Merel niet goed op, ze blijft weken last houden van verdikte klieren in haar hals. Tessa klopt aan bij de huisarts, die bloed afneemt voor onderzoek en Merel antibiotica geeft. Dan, van de ene op de andere dag, begint Merel met haar ogen te draaien tijdens het spelen. Tessa maakt zich zorgen. Ze is bang dat het iets neurologisch is, zoals epilepsie. De huisarts stuurt haar nu door naar het ziekenhuis. De kinderneuroloog denkt aan een heel andere verklaring van de klachten: PANDAS.

Wat is PANDAS?
PANDAS staat voor Pediatric Autoimmune Neuropsychiatric Disorders Associated with Streptococcal infection en wordt omschreven als een aandoening waarbij kinderen tics en/of dwangverschijnselen krijgen na het doormaken van een infectie veroorzaakt door streptokokkenbacteriën. Daarnaast komen ook andere klachten plotseling op, zoals emotionele labiliteit, verlatingsangst, opstandig gedrag, motorische hyperactiviteit, en verslechtering van het handschrift en de schoolprestaties. De theorie is dat de afweerreactie van het immuunsysteem zich bij deze kinderen niet alleen op de bacterie richt, maar ook invloed heeft op bepaalde hersengebieden die hier gevoelig voor zijn. De gebieden waar beweging en gedrag worden gereguleerd,  de basale ganglia, worden aangetast. Tics en gedragsproblemen zijn het gevolg. Deze ontstaan vaak één of enkele weken na de infectie. Artsen kunnen soms vaststellen dat er een infectie met streptokokken heeft plaatsgevonden door middel van bloedonderzoek of een keelkweek. Dit is echter niet altijd meer aan te tonen. 

Criteria voor PANDAS:
1.       De aanwezigheid van OCD en/of een ticstoornis
2.       De symptomen zijn begonnen voor de puberteit
3.       Een episodisch verloop: een plotseling begin (‘explosie’ van klachten) en een duidelijke vermindering of verdwijning van de symptomen tussen de episodes door
4.       Een verband met streptokokkeninfecties, aangetoond met een keelkweek of bloedwaarden.
5.       Neurologische afwijkingen, bijvoorbeeld motorische hyperactiviteit, aangetoond met een neurologisch onderzoek.

Na de diagnose verlopen de klachten zeer wisselend. Soms is er, meestal nadat Merel wat ziek is geweest, een plotselinge explosie van tics te zien, waarna deze weer langzaam wegebt. Ook zijn er perioden dat Merel nauwelijks ergens last van heeft. Bijna belt Tessa een controleafspraak met de neuroloog af omdat er geen tics meer te zien zijn. Maar dan is er weer zo’n opleving. Bij controle van het bloed zijn de streptokokkenwaarden weer verhoogd. Langzaam worden de perioden zonder tics steeds korter. Ook krijgt Merel meerdere tics, zoals grimassen, kuchen en haar mond en tong afvegen met haar mouw. Soms maakt ze ook schokkende bewegingen met haar bovenlichaam. Ze begint zelf te klagen over haar tics. Als ze op een middag achterin de auto zit, zegt ze tegen Tessa “Mamma, ik heb zo’n last van mijn tics. Ik denk dat ik nooit zal leren autorijden.”

Waarom is er zo weinig bekend over PANDAS?
Streptokokkeninfecties komen vaak voor bij kinderen. Tics en dwangverschijnselen zijn ook niet zo zeldzaam als ooit werd gedacht. Deze verschijnselen kunnen dus ook toevallig samen voorkomen. Niet alle deskundigen zijn daarom overtuigd van het bestaan van PANDAS. Ook is het nog niet goed gelukt om verschillen aan te tonen tussen kinderen met PANDAS en die met het syndroom van Gilles de la Tourette of dwangstoornissen. PANDAS is geen officieel erkende ziekte, noch opgenomen in de DSM. Het blijft voorlopig een hypothese voor subgroepen van patiënten met tic- of dwangstoornissen.

Wordt Tourette ook veroorzaakt door infecties?
Waarschijnlijk zijn infecties niet dé oorzaak van Tourette, maar wel een van de risicofactoren die een genetische aanleg voor Tourette kunnen ‘activeren’. Sommige studies wijzen erop dat infecties vooral een effect op psychosociale stress hebben en daarmee indirect de klachten verergeren. Het wisselende karakter van tics zou dan het gevolg kunnen zijn van continu veranderende stressfactoren in de omgeving.

Merel zit op een reguliere basisschool. Ze heeft geen gedragsproblemen, wel heeft ze een wisselend handschrift en moeite met lezen. Na onderzoek van een orthopedagoog wordt dit geweten aan concentratieproblemen en mogelijke ADHD. Tessa betwijfelt dit en hoopt op een dyslexieverklaring. De hulp die daarmee beschikbaar komt, zoals extra tijd en luisterboeken, zou ook gunstig voor Merel zijn in verband met haar oogtics, die het lezen bemoeilijken. Helaas komt Merel net niet in aanmerking voor een dyslexieverklaring. Tessa hoopt op een ‘reset’ van het immuunsysteem tijdens de puberteit. Maar ook op betere voorzieningen voor alle kinderen met leerproblemen, die net niet onder de noemer ‘dyslexie’ of ‘ADHD’ vallen, en zelfs niet helemaal onder ‘Tourette’.

De namen van de geïnterviewde moeder en dochter zijn omwille van de privacy niet hun echte namen.

Kijktip:Het ontstoken brein’ van Labyrint (VPRO, 2012) 

Leestips:

Bronnen:
Hoekstra, P.J. et al., Environmental factors in Tourette syndrome. Neurosci. Biobehav. Rev. (2012), http://dx.doi.org/10.1016/j.neubiorev.2012.10.010

donderdag 21 mei 2015

Boekbespreking 'Postpartum depressie' - Anne Marleen Meulink


 meer info of bestellen

Titel: Postpartum depressie. Depressief na een bevalling: oorzaken, gevolgen en adequate ondersteuning.
Auteur: Anne Marleen Meulink
ISBN: 9789088505195
Uitgeverij SWP
Jaar: 2015
Pagina's: 144
Prijs: € 24,90
Bestellink


"Het valt met geen pen te beschrijven hoe verdrietig het is om een baby in je armen te houden terwijl de tranen over je wangen stromen en alles in je kapot lijkt te zijn”

Ooit schreef ik artikelen over moederschap voor maandbladen. Zelf vond ik het belangrijk om aan te geven dat moeder worden naast bijzonder ook bijzonder zwaar kan zijn. Voor jezelf brengt het in één klap een enorme berg veranderingen teweeg en daarnaast veranderen de relaties met je vrienden, ouders en partner. Eigenlijk veel te veel om in één keer te verwerken. De hoofdredacteur was het niet met me eens. Het moest vooral positief blijven en relatieproblemen konden best goed komen met een glaasje wijn bij de open haard. Met die correcties ben ik niet akkoord gegaan. Welke lezeres heeft er nu baat bij het in stand houden van zo’n rooskleurig plaatje?

Kluwen
In haar boek legt Anne Marleen Meulink kraakhelder uit dat het hebben van te hoge verwachtingen zelfs een van de risicofactoren is van het ontwikkelen van een postpartum depressie. Ook gebrek aan sociale steun is er een, zoals het geval is bij vrouwen die zich alleen voelen na de bevalling of het vertrek van de kraamhulp. Naast vele sociale aspecten blijken er nog rijen biologische en psychologische risicofactoren te zijn die meespelen, zoals depressies in het verleden en schildklierproblemen. Anne Marleen Meulink verwoordt mijn teleurstelling goed als ze schrijft: ‘Simpele, eendimensionale oorzaken en oplossingen zijn er niet, hoe prettig dat ook zou zijn.’ Postpartum depressie is een complex samenspel van een enorme hoeveelheid risicofactoren. Iedere vrouw heeft haar eigen kluwen die ze moet zien te ontrafelen. En dat kan ze niet alleen.

“Geniet er nou maar van, die babytijd gaat zo snel voorbij.”

Lijden in stilte
Op de hulpverlening voor deze vrouwen is heel wat aan te merken, deze hangt vooral af van toevalligheden zoals de ervaring van de hulpverlener in kwestie. Als vrouwen al de moed hebben over hun ernstige psychische klachten met anderen te praten, worden deze vaak ernstig onderschat. Een postpartum depressie is niet te vergelijken met de normale aanpassingsproblemen maar wordt daar wel vaak voor aangezien. Slechts de helft van deze vrouwen krijgt professionele hulp, de rest lijdt in stilte. De bagatelliserende opmerkingen zijn niet van de lucht, ook niet onder professionals zoals huisarts en verloskundigen. ‘Het is ook een grote verandering, zo’n kindje erbij.’ Of ‘Gun jezelf wat tijd om te wennen.’ Hierbij krijg ik meteen herinneringen aan de ervaringen van jonge moeders die ik voor mijn boekje ‘Moeder worden voor je 25ste’ verzamelde. Ook zij kregen uitspraken te horen als ‘Ja meid, dat hoort er allemaal bij.’ ‘Jij wilde dit toch zo graag?’

Screening
Wat vrouwen met een postpartum depressie nodig hebben, is iemand die voor haar zorgt, zodat zij goed voor haar kind kan zorgen, legt de auteur uit. Daarbij is het belangrijk haar te informeren over postpartum depressies en het gevoel van controle terug te geven door samen op zoek te gaan naar behandeling of begeleiding die bij haar past. Hoewel een postpartum depressie een goede prognose heeft en bijna altijd weer verdwijnt, is het belangrijk zo snel mogelijk in te grijpen om een snel herstel te bevorderen. De auteur bespreekt de belangrijkste behandelmethoden die bij postpartum depressie kunnen worden ingezet. Ook geeft zij vele aanbevelingen voor het verbeteren van de zorg rond postpartum depressie in het algemeen. Zo kan voor de bevalling standaard een screening van risicofactoren plaatsvinden, bijvoorbeeld door een verloskundige, die veel leed kan voorkomen. De kans dat vrouwen psychische problemen krijgen is immers nooit groter dan in deze levensfase.

20.000 kinderen per jaar
Ik ben twee keer geschrokken tijdens het lezen van dit boek. Ten eerste blijkt een postpartum depressie allesbehalve een uitzondering op de ‘roze wolk-regel’. Het komt naast de normale dip in de kraamtijd (de zogenaamde ‘baby blues’) voor bij 10 tot 15 procent van de vrouwen die bevallen. En dat vind ik veel. 20.000 kinderen per jaar worden geboren in een tijd dat hun moeder zich slechter dan ooit voelt. Daarnaast blijken de effecten op de ontwikkeling van deze kinderen ook nog eens veel groter te zijn dan ik dacht. Ogenschijnlijk gaat er veel aan zo’n kleintje voorbij, maar door de gebrekkige moeder-kind-interactie kan een kind essentiële ervaringen missen, wat later in zijn leven tot achterstanden en misdiagnoses kan leiden. Niet dat deze kennis moeders zal helpen - het zal hun schuldgevoel waarschijnlijk alleen maar vergroten - maar hopelijk schudt het professionals wakker die hierdoor sneller zullen ingrijpen.

De auteur
Anne Marleen Meulink is journalist en cultureel antropoloog en heeft zelf een postpartum depressie meegemaakt. Die ervaringsdeskundigheid merk je in alles. Ze schrijft respectvol en invoelbaar, zonder dat het een persoonlijk relaas wordt. Inhoudelijk is er een mooie mix ontstaan van nuttige informatie over deze klachten en inzicht in de beleving ervan. Toch is dit echt een boek voor professionals. Voor vrouwen die zelf een postpartum depressie doormaken of moeten verwerken geeft de auteur onderstaande leestips:


donderdag 30 april 2015

Boekrecensie 'Patiëntgericht communiceren in de ggz' - Remke van Staveren

 Meer info en bestellink


Titel: Patiëntgericht communiceren in de ggz
Auteur: Remke van Staveren
ISBN: 9789058982285
Uitgeverij de Tijdstroom
Jaar: 2014
Pagina's: 258
Prijs: € 33

Een praktische gids voor iedereen die in de ggz werkt en gesprekken voert in soms lastige situaties

In mijn werk voor een patiëntenvereniging merk ik hoeveel patiënten en hun familieleden 'iets' missen in het contact met hulpverleners. Sommigen stappen gewapend met enorm veel kennis uit online en offline bronnen de behandelkamer binnen. Vaak hebben ze al tientallen tips uitgewisseld met lotgenoten via social media, die ze allemaal hebben uitgeprobeerd. Toch zijn ze vastgelopen en zijn ze op zoek naar iemand die hen nóg beter op weg kan helpen.

Wat een teleurstelling is het dan als het gesprek een richting opgaat, die niet lijkt te zijn afgestemd op hun specifieke klachten, zorgen en wensen. Er ontstaat in zo'n geval vaak een gevoel van afstand, het gevoel overgeleverd te zijn aan een therapeut waarmee eigenlijk geen 'klik' is, maar waarvan zij toch afhankelijk zijn voor hulp. Eenmaal buiten knagen nog steeds dezelfde zorgen.

Interactie
Patiëntgericht communiceren is geen eenrichtingsverkeer maar interactie, lees ik in het boek van Remke van Staveren. Het betekent kijken naar het perspectief van de patiënt. Want die wil niet alleen weten wat er met hem aan de hand is maar zich ook gekend en begrepen voelen. Dat begint al bij de openingsvraag: 'Wat kan ik voor u doen?' geeft aan dat jij als hulpverlener het werk gaat doen. 'Waar wilt u het graag over hebben?' laat zien dat je interesse toont in het perspectief van je patiënt, om daarna samen naar een oplossing toe te werken.

'Patiëntgericht' klinkt eigenlijk een beetje als een open deur. Want waar zou je als hulpverlener anders op gericht moeten zijn? Toch lag de nadruk ook in mijn opleiding (psychologie) op hele andere zaken: kennisverwerving, diagnostiek en probleemoplossing. Communiceren in de ggz is een vak apart, blijkt uit dit boek. En het levert ook wat op. Onderzoek uit de medische hoek wijst op voordelen als tevredenheid, gezondheidseffecten en therapietrouw.

Wat zeg je? En vooral: hoe zeg je dat?
Het gaat vooral om een oprechte grondhouding, legt de auteur uit. Je moet in elk geval écht menen wat je zegt, willen je interventies helpend zijn. Je sluit daarbij aan bij de stijl van communiceren die bij deze patiënt past. Zo ontstaat er makkelijker contact. Een voorbeeld: gebruik de woorden van je patiënt in plaats van vaktaal.

De ict-medewerker met dwanggedachten heeft bij wijze van spreken last van hardnekkige 'pop-ups', terwijl een overspannen beurshandelaar een tijdelijke 'recessie' of 'crash' beleeft.

Overigens merkt de auteur terecht op dat professionele bewoordingen in een later stadium wel zinvol zijn, maar haar punt is duidelijk: communiceren is contact maken. En grappig genoeg doet ze dat eigenlijk ook met mij als lezer: de tekst blijft helder, vriendelijk en vrij van betutteling of tenenkrommend communicatiejargon.

Deurknopvraag
Vervolgens krijg je als lezer voor alle mogelijke gespreks- en behandelfases talloze voorbeelden gepresenteerd waarmee je tot nieuwe inzichten kunt komen. Zelfs voor de meest lastige situaties biedt dit boek uitkomst. Hoe reageer je bijvoorbeeld op een 'deurknopvraag' ("Eh, mag ik nog even binnenkomen?") Wat doe je als je patiënt in huilen uitbarst, in paniek raakt of kritiek op jouw werkwijze heeft? En hoe ga je om met simulatie van een stoornis? Zelfs dan blijkt het mogelijk om op een respectvolle manier samen met je patiënt tot een oplossing te komen.

Kortom: dit boek is een praktische gids, waar je als hulpverlener in de ggz, al dan niet in opleiding, meteen mee aan de slag kunt. Niet alleen academici maar ook verpleegkundigen, vaktherapeuten en maatschappelijk werkers zullen inspiratie en tips vinden voor een fijn gesprek in vaak minder fijne situaties.

Over de auteur
Remke van Staveren (1966) werkte voorheen als huisarts en nu als psychiater. In 2010 publiceerde zij het boek 'Patiëntgericht communiceren. Gids voor de medische praktijk.'  Op de website die hoort bij deze boeken is een gratis app te downloaden.


maandag 20 april 2015

Haren trekken: stoornis of hardnekkige gewoonte?

Onlangs kreeg ik naar aanleiding van mijn boekje over tics een vraag van een moeder. Haar zoon van 10 trekt al meer dan een jaar de haren uit zijn hoofd. Eerst achterop en nu aan de zijkanten; zijn hoofd is op die plekken helemaal kaal. Hij doet het niet thuis, maar alleen op school. 

"Mijn zoon heeft ADHD en eerder ook tics gehad, zoals geluiden maken en met zijn hoofd schudden. De tics gingen altijd weer weg, het haren trekken blijft. Ik vraag me af of dit ook een tic is en wat ik kan doen om hem te helpen."


foto: Kibondo/flickr.com

Dit gedrag is geen tic, maar heet met een onmogelijk woord 'trichotillomanie'. Het is een stoornis in de impulscontrole, maar wordt ook wel gezien als dwangstoornis of dwangmatig zelfbeschadigend gedrag. Vaak gaat dit gedrag samen met tics of dwangverschijnselen. Het vindt plaats volgens een vast ritueel, op vaste momenten of plaatsen (in dit geval op school). Meestal wordt hoofdhaar uitgetrokken, maar ook wel haartjes uit de wenkbrauw of de oogwimpers. Net als bij tics gaat er eerst een onrustig, kriebelig gevoel aan vooraf en is er na het uitvoeren van de handeling een gevoel van opluchting of ontspanning. Eigenlijk is het goed te vergelijken met nagelbijten, hoewel de gevolgen daarvan meestal een stuk minder zichtbaar zijn. Die zichtbare gevolgen kunnen gemakkelijk schaamte oproepen. En zijn voor ouders ook vaak confronterend.

"Ik vind het zo erg als ik naar hem kijk! Mijn zoon draagt nu constant een muts, maar hoe moet het straks als het zomer is? Dan kan hij geen muts op en dan gaan andere kinderen vragen wat er met hem aan de hand is of waarom hij op sommige plekken kaal is. Plus dat hij zonder muts nog meer gaat trekken."

Het is jammer dat er nauwelijks Nederlandstalige literatuur over dit onderwerp is te vinden. Wel is er behoorlijk wat Engelstalige literatuur over trichotillomanie verschenen, waaronder dit handboek voor hulpverleners en ouders over verschillende soorten lichaamsgericht repetitief gedrag, waaronder bijvoorbeeld ook huidpulken:

Leestip voor hulpverleners

Gedragstherapie: habit reversal
Natuurlijk bestaat de neiging bij ouders om te zeggen dat het kind ermee moet stoppen. Maar het probleem is juist dat die controle ontbreekt. Kinderen begrijpen zelf niet waarom ze er niet mee kunnen ophouden en de drang is gewoon te groot. Die controle is echter wel te trainen met gedragstherapie. Vaak wordt hierbij eerst gewerkt aan de bewustwording van het gedrag. Hierbij leert een kind hoe vaak en wanneer hij precies de drang voelt om te gaan trekken. Daarna kan hij gaan oefenen met het beïnvloeden van het gedrag zelf en de gedachten die daaraan vooraf gaan. Net als bij tics kan er habit reversal gedragstherapie worden ingezet. Hierbij wordt geoefend om de drang om te krabben of trekken om te buigen in een andere beweging. Bijvoorbeeld door het kind te vragen op zijn handen te gaan zitten zodra hij de drang voelt aankomen. Andere vormen van gedragstherapie, eventueel gecombineerd met ontspanningsoefeningen of medicatie, kunnen eveneens helpen. Niet iedere hulpverlener is bekend met deze stoornis. Bij een tic-poli of afdeling voor angst- en dwangklachten is er vaak meer kennis aanwezig op dit gebied en zijn er ook meer behandelmogelijkheden.

"We doen zoveel mogelijk om hem te helpen. Zo heeft hij een muts op zodat hij moeilijker bij zijn haar kan. Ook heeft hij constant klei in zijn handen zodat zijn handen bij zijn hoofd uit de buurt blijven. Hij zit in therapie zodat hij zich bewust is dat hij aan zijn haar trekt, want hij weet zelf niet dat hij het doet."

Anders reageren
Voor de omgeving is het advies om niet te veel te focussen op de gevolgen, zoals de kale plekken en opmerkingen van anderen. Het gaat er namelijk veel meer om dat het kind een manier leert om anders op zijn drang te reageren. Corrigeren of negatief bestempelen van het gedrag heeft meestal geen effect, behalve dat het zelfvertrouwen van een kind ervan kan gaan wankelen. Het is voor een kind een stuk makkelijker wanneer zijn gedrag niet te beladen wordt gemaakt. Wanneer hij het gevoel heeft dat hij er mag zijn zoals hij is, met al zijn leuke en eigenaardige gewoontes. En wanneer ouders en leerkrachten erover praten alsof het om een willekeurige andere aandoening gaat, zoals eczeemplekjes of een bril.

"Vorige week hadden we een gesprek met de juf van onze zoon. Zij is heel erg begaan met hem. Gisteren heeft ze aan de klas verteld wat hij heeft. Wel op een leuke manier; dat iedereen een nare gewoonte heeft, nagelbijten enzo, en dat dit die van hem is. Hij was gisteren zo opgelucht, hij huilde toen hij me opbelde en vertelde dat hij zo blij was. Iedereen deed aardig tegen hem en wilde hem helpen."

Het werkt het best wanneer het kind zelf mag aangeven of hij de zichtbare uitingen van zijn gedrag wil 'verstoppen' of niet. Het is voor anderen zaak om er niet te snel vanuit te gaan dat een kind zich schaamt voor de plekken, soms is het eerder de omgeving die er moeite mee heeft en doen de kinderen er zelf heel makkelijk over. 

Leestip voor kinderen, tieners,
hun ouders en hulpverleners

"Vanmorgen wilde hij zelf zonder muts op naar school. Het gesprek van gister had hem goed gedaan! We hebben er heel veel gel in gedaan (want daar houdt hij absoluut niet van) en dan hopen we dat hij vandaag niet aan zijn haar trekt. Misschien werkt het! De muts zit wel voor de zekerheid in zijn tas. De juf had hem naar huis laten bellen omdat hij de hele morgen niet aan zijn haar had getrokken met gel. Zo ontzettend lief van haar. Ze was zo trots op hem! En ik ook natuurlijk!"

"Gisteren heeft hij weer niet getrokken. Het lijkt wel of, nu het open en bloot is, en iedereen het weet, ook gelijk zijn schaamte weg is en er een last van zijn schoudertjes is afgevallen. Hij heeft nu wel gelijk weer een nieuwe tic, hij maakt de hele tijd een geluid. Maar goed, alles beter dan dat haren trekken!"



donderdag 16 april 2015

Leestip: 'Gezond centraal' - Chantal Walg

 Naar de website van dit boek


Titel: Gezond centraal. Opschudding in de gezondheidszorg
Auteur: Chantal Walg
ISBN: 9789462035805
Uitgeverij Boekenbent
Jaar: 2014
Pagina's: 132
Prijs: €14,95 (plus €4 verzendkosten)


Dit is een gevaarlijke leestip! Als ik namelijk de twee woorden noem waar dit boek over gaat, loop ik grote kans dat ik jou als lezer meteen wegjaag van mijn kakelverse blog. Daarom ga ik je eerst vertellen dat de auteur van dit boekje deze twee woorden juist een stuk minder afschrikwekkend weet te maken. Chantal Walg presteert het zelfs om de lezer te laten begrijpen waar we naartoe moeten in de gezondheidszorg. En dat vind ik knap. Want wie weet het nog?

Eigenlijk is het heel vreemd: we hebben het over de 'gezondheidszorg' en alles waar we vervolgens over praten, vergaderen en beleid op maken gaat over ziekte. Zelfs preventie is gericht op ziekte, namelijk op het voorkomen daarvan. Om echt verschil te maken, moet het roer om, is er opschudding nodig in de gezondheidszorg, legt de auteur uit.

Ik ken Chantal persoonlijk, wat ook meteen de reden is dat ik geen echte recensie over dit boek kan schrijven (nog los van het feit dat ik de redactie heb verzorgd). Maar ik kan je wel vertellen dat het een van de weinige mensen is binnen de gezondheidszorg met een duidelijke visie. En die daar zelfs zeer gepassioneerd en inspirerend over kan vertellen.

Werk je op beleidsniveau in de gezondheidszorg, dan is dit boek zeker een inspiratiebron. Zelfs als je allergisch bent voor die twee woorden: transitie en transformatie. Zo, ze zijn eruit. En je hebt toch tot het einde doorgelezen. Missie geslaagd!

Meer weten? Kijk op gezondcentraal.nu


vrijdag 10 april 2015

Boekrecensie 'Gedragsproblemen in de klas' - Anton Horeweg

 Bestel dit boek via bol.com en steun dit blog

Titel: Gedragsproblemen in de klas – een praktisch handboek
Auteur: Anton Horeweg
ISBN:  9789401406543
Uitgever: LannooCampus
Jaar: 2013 (1e druk)
Pagina’s: 272
Prijs: € 29,99

Handboeken over gedragsproblemen en ontwikkelingsstoornissen zijn er genoeg, maar ‘Gedragsproblemen in de klas’ is er een waarmee je als leerkracht direct aan de slag kunt. Want leerkrachten willen vooral weten wat je wel en niet in de klas kunt doen om kinderen te helpen, die het niet voor elkaar krijgen om aan alle verwachtingen te voldoen. In deze tijd van het Passend Onderwijs wordt bovendien van leerkrachten verwacht dat zij over deze kennis en vaardigheden beschikken. Dit boek voldoet daarom zeker in de behoefte aan praktische informatie die direct toepasbaar is in de klas. De auteur, Anton Horeweg, is zelf bijna 30 jaar leerkracht in het basisonderwijs.

Oneindig veel tips
Met 272 vrij grote pagina’s is dit niet een boek dat je als leerkracht op een vrije dag in één keer uit zult lezen. Daarvoor zijn de pagina’s ook te dicht gevuld en te weinig afwisselend in de opmaak. Het is wel een boek dat je er gemakkelijk bij pakt wanneer je een kind in de klas hebt met die ene stoornis of dat ene gedragsprobleem, waarvan je even het hoofdstuk doorneemt op zoek naar handige begeleidingstips. Want daarvan staat dit boek werkelijk bol. In heldere taal geeft de auteur oneindig veel tips en handvatten voor een positieve en preventieve benadering. Hoewel de titel anders doet vermoeden, maakt hij daarbij onderscheid tussen gedragsproblemen en stoornissen. De voorgestelde aanpak past helemaal in deze tijd: werk preventief aan een goede relatie met het kind, ga uit van zijn of haar sterke eigenschappen en werk aan de groepsdynamiek. Het maken van een plan om met gedragsproblemen of stoornissen om te gaan is volgens Anton Horeweg altijd maatwerk. Dit boek is dan ook geen ‘kookboek met panklare recepten’. Aan visie ontbreekt het de auteur duidelijk niet.

Minder bekende stoornissen
Wat dit boek extra waardevol maakt, is dat het meer behandelt dan alleen de ‘bekende’ stoornissen, zoals ADHD of autisme. Zo is er ook aandacht voor hechtingsproblemen, angststoornissen en Tourette. De auteur geeft hierover zeker waardevolle informatie. Zo maakt hij duidelijk dat tics in de thuissituatie vaak heviger zijn dan op school, wat in de communicatie met ouders nogal eens een discussiepunt kan zijn. Ook merkt hij terecht op dat een beloningssysteem geen zin heeft bij tics.

Kort door de bocht
Zoals in het voorwoord van Kees van Overveld is aangegeven, is ervoor gekozen om ingewikkelde theoretische achtergronden tot een minimum te beperken. Hierdoor gaan de beschrijvingen soms wel wat te kort door de bocht en zijn de inzichten hier en daar al wat achterhaald. Maar erg is dit allemaal niet, het is ten slotte geen psychiatrisch handboek. Voor de lezersgroep van leerkrachten wordt hoe dan ook duidelijk hoe complex sommige stoornissen zijn en hoe lastig ze voor het kind zelf zijn. Leerkrachten die de tips uit dit boek toepassen, zullen een kind met een stoornis beter kunnen gaan aanvoelen en begeleiden. En daar gaat het uiteindelijk allemaal om. Want zoals de auteur zelf aangeeft: vaak zijn er verrassend kleine dingen nodig om kinderen met grote problemen goed te kunnen ondersteunen.

Meer info
Op de bijbehorende website www.gedragsproblemen.nl is een deel van de informatie en tips terug te vinden. Van dit boek is inmiddels een tweede herziene druk uitgebracht. Een versie voor het voortgezet onderwijs is in de maak en alvast te reserveren via onderstaande link.


Boekrecensie 'Mr. Tourette on tour' - Pelle Sandstrak

 Bestel dit boek via bol.com en steun dit blog

Titel: Mr. Tourette on tour
Auteur: Pelle Sandstrak
Uitgeverij: De Geus
ISBN: 9789044519631
prijs: € 18,95 (pocket) / € 14,99 (e-book)

Voor Pelle Sandstrak was 2011 het jaar van 203 reisdagen, 809 dubbele espresso’s, 3 gebroken vingers, 1 hersenschudding en 50.460 tics. Hij heeft het syndroom van Gilles de la Tourette, en treedt wereldwijd op om over zijn aandoening te vertellen. Door zijn Tourette is hij spontaan, creatief en prettig gestoord, maar soms ook levensgevaarlijk impulsief. Hierdoor belandt hij regelmatig in bizarre situaties maar ontmoet hij ook bijzondere mensen, die hem in vertrouwen nemen en hun eigen levensverhaal met hem delen. Het boek bestaat uit tien korte reisverhalen waarin je als lezer wordt meegenomen in de onbevangen en nieuwsgierige geest van de auteur. De verhalen zijn toegankelijk geschreven en laten ruimte voor verdere overpeinzingen; een ideale combinatie voor in de vakantiekoffer, als pocket of e-book.

Minder Tourette, meer Pelle
Wie denkt met dit boek een compleet beeld te krijgen van het syndroom van Gilles de la Tourette, komt bedrogen uit. Hiervoor is Sandstraks eerste boek Mr. Tourette en ik (De Geus, 2010) beter geschikt. Daarin omschrijft hij met veel humor en prachtige anekdotes hoe hij opgroeide en worstelde met dit syndroom, voordat hij er uiteindelijk mee leerde omgaan. In dit tweede boek is de auteur ‘zo gezond als hij wil zijn’ en heeft hij zijn syndroom zelfs weten te benutten in zijn leven als reizende en inspirerende ‘Mr. Tourette’. Dat vormt misschien juist de charme van dit boek: Tourette staat niet (meer) op de voorgrond in de belevenissen van de auteur, maar is onderdeel van zijn hele persoon. Voor wie zich afvraagt wat die meeuw toch steeds op de omslag van zijn boeken doet: die staat mijns inziens voor de oncontroleerbare Tourette in hem, die hij in zijn jeugd soms de schuld gaf van zijn impulsieve of dwangmatige acties: ‘Dat was ik niet, dat was de meeuw’.

Over de auteur
Pelle Sandstrak (1965) is werkzaam als stand-up comedian, schrijft toneelstukken en regisseert, en treedt daarnaast wereldwijd op om over zijn Tourette te spreken. Zijn voordrachten trekken volle zalen en bieden anderen hoop en inspiratie in hun eigen leven. Het eerder verschenen ‘Mr. Tourette en ik’ wordt verfilmd en is vertaald in zes talen. Van beide boeken zijn ook e-boeken verkrijgbaar.